Wat is de betekenis van halfgod?

m. (-en), 1. (myth.) sterfelijk mens (held) van goddelijke afkomst, die na zijn dood onder de goden opgenomen is; 2. mens, dichter enz. van buitengewone hoedanigheid.

halfgod - Zelfstandignaamwoord 1. (mythologie) mens van goddelijke afkomst 2. mens met buitengewone gaven Woordherkomst samenstelling van half en god

halfgod - zelfstandig naamwoord uitspraak: half-god 1. sterfelijke mens van goddelijke afkomst ♢ halfgoden hebben volgens de mythologie bijzondere eigenschappen Zelfstandig naamwoord: half-god de halfgod ...

deels god, deels mens.

(myth.), in de regel bedoelt men hiermede wezens, die een goddelijke vader en een menselijke moeder of omgekeerd hadden.

(hèmitheos) is een Griekse uitdrukking voor wezens tussen God en mens in; in de regel bedoelt men daarmede hen, die een goddelijke vader en een menselijke moeder of omgekeerd hadden.

m. halfgoden (myth. wens van een god en een aardse vrouw: heros): Heracles was een halfgod.

m. (-en) 1. Eig. in de Griekse en de Latijnse mytologie, door een god bij een aardse vrouw verwekte heros : Hercules is een -. 2. Metf. buitengewoon mens.

m. (-en), 1. onder de goden opgenomen mens; 2. heros (held) uit de oudheid die een god tot vader en een sterfelijke vrouw tot moeder heeft; 3. mens, dichter enz. met buitengewone kwaliteiten.