Halfdek
o., (scheepst.) achterste gedeelte van het opperdek (achter de grote mast).
Marc De Coster (2017)
Halfdek - op het halfdek komen: op het matje geroepen worden. Op het halfdek - het achterste gedeelte van het opperdek - werden meestal kleine vergrijpen berecht.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(scheepsterm) heet de bovenkant van de achteropbouw, welk dek op een 17de-eeuws zeilschip van de grote (middelste) mast naar achteren liep.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Halfdek - Het achterste gedeelte van het opperdek van een oorlogsschip. In den zeiltijd was dit het gedeelte van dat dek achter den grooten mast en niet toegankelijk voor de equipage, doch alleen voor commandant en officieren. Vandaar de uitdrukking: „het leven vóór den mast”. Op de moderne oorlogsschepen wordt gewoonlijk gerekend, dat het halfdek...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: