Hagepoorter
→ Buitenpoorter.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), benaming voor een poorter van een stad waar hij niet blijvend verbleef. (e) De hagepoorter genoot voordelen, zoals vrijstelling van de rechtspraak van de heer, en had verplichtingen, o.a. het vervullen van krijgsdienst voor zijn stad en er een bepaalde tijd per jaar verblijven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: