Wat is de betekenis van haasvreter?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haasvreter

m. (-s), bloodaard.

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

haasvreter

(1896) (inf.) bang iemand; lafaard. Syn.: angsthaas*; bangebroek*; bibberluis*; broekkakker*; broekpisser*; drafzitter*; hazenhart*; juffershondje*; kakbroek*; natscheet*; schijter*; schijtgat*; schijtvink*; vijg*. • Op het fort, gebeurde niemendal en daar kòn niemendal gebeuren.De ergste haasvreter zou daar op zijn plaats...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haasvreter

haasvreter - Zelfstandignaamwoord 1. lafaard Woordherkomst samenstelling van haas en vreter

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haasvreter

m. haasvreters (bloodaard).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

haasvreter

m. (-s) bloodaard.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

haasvreter

m. (-s), lafaard.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)