Haarworm
m. (-en), 1. (nat. hist.) draadworm (Trichinella spiralis); 2. huidziekte waarbij het haar uitvalt, een soort van schurft: natte en droge haarworm.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. (nat. hist.) draadworm (Trichinella spiralis); 2. huidziekte waarbij het haar uitvalt, een soort van schurft: natte en droge haarworm.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
m. (-en) 1. Eig. haarvormige worm die in de darmen van zoogdieren en in de spieren voorkomt (Trichinella spiralis). 2. uitslag op het hoofd waarbij het haar uitvalt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-en), 1. draadworm (Trichinella spiralis); 2. huidziekte waarbij het haar uitvalt: natte en droge-.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: