Wat is de betekenis van Haarworm?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haarworm

m. (-en), 1. (nat. hist.) draadworm (Trichinella spiralis); 2. huidziekte waarbij het haar uitvalt, een soort van schurft: natte en droge haarworm.

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Haarworm

In sommige streken van Ned.gebruikte term voor tussenklauw-ontsteking bij het rund.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haarworm

m. haarwormen (trichine; zekere haarziekte).

2025-07-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Haarworm

→ Draadworm.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

haarworm

m. (-en) 1. Eig. haarvormige worm die in de darmen van zoogdieren en in de spieren voorkomt (Trichinella spiralis). 2. uitslag op het hoofd waarbij het haar uitvalt.

2025-07-28
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Haarworm

zie Lichen en Trichinen.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

haarworm

m. (-en), 1. draadworm (Trichinella spiralis); 2. huidziekte waarbij het haar uitvalt: natte en droge-.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)