Haarbreed
o., in de uitdr. geen haarbreed, niet de breedte van een haar, niets : hij week geen haarbreed; het scheelde geen haarbreed, of hij was overreden.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., in de uitdr. geen haarbreed, niet de breedte van een haar, niets : hij week geen haarbreed; het scheelde geen haarbreed, of hij was overreden.
Wiktionary (2019)
haarbreed - Zelfstandignaamwoord 1. heel weinig n.l. de breedte van een mensenhaar Woordherkomst samenstelling van haar en breed Uitdrukkingen en gezegden ♦ geen haarbreed zelfs niet het allergeringste
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
o. (wat zo breed is als een haar, inz. met ontkenning): geen haarbreed, niets; het scheelde een haarbreed, bagatel.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., in de uitdr. geen niet de breedte van een haar, niets: hij week geen het scheelde geen —, of hij was overreden.
J.H. van Dale (1898)
HAARBREED, o. in de uitdr. geen haarbreed, niet de breedte van een haar, niets hij week geen haarbreed; het scheelde geen haarbreed, of hij was overreden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: