Wat is de betekenis van gueule?

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gueule

muil, bek; in de wapenkunde: keel, d.i. rood

2025-07-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Gueule

muil, bek; smoel, bakkes, snoet; mond, opening; draaiende schoorsteenkap; fine gueule, lekkerbek; avoir la gueule de bois, katterig zijn, een kater hebben; casser la gueule à qn., donner sur la gueule à qn., iem. op zijn gezicht geven; il n'a que de la gueule, il est fort en gueule, hij is een schreeuwer.

2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

gueule

0 keel, d. i. rood.

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gueule

gueule - v., muil, bek; ook in de wapenkunde: keel, d.i. rood.