Wat is de betekenis van Grootwaardigheid?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grootwaardigheid

v. (...heden), (w. g.) hoge waardigheid, hoog aanzien; (als titel) zijne Grootwaardigheid de Kanselier.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grootwaardigheid

GROOTWAARDIGHEID, v. (...heden), (w. g.) hooge waardigheid, hoog aanzien; (als titel) zijne Grootwaardigheid de Kanselier. GROOTWAARDIGHEIDSBEKLEEDER, m. (-s), dignitaris, hof- of staatsambtenaar van den eersten rang; — (R. K.) titel der bekleeders van de hoogste geestelijke waardigheden (kardinalen, aartsbisschoppen en bisschoppen).

Gerelateerde zoekopdrachten