Grootwaardigheid
v. (...heden), (w. g.) hoge waardigheid, hoog aanzien; (als titel) zijne Grootwaardigheid de Kanselier.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...heden), (w. g.) hoge waardigheid, hoog aanzien; (als titel) zijne Grootwaardigheid de Kanselier.
J.H. van Dale (1898)
GROOTWAARDIGHEID, v. (...heden), (w. g.) hooge waardigheid, hoog aanzien; (als titel) zijne Grootwaardigheid de Kanselier. GROOTWAARDIGHEIDSBEKLEEDER, m. (-s), dignitaris, hof- of staatsambtenaar van den eersten rang; — (R. K.) titel der bekleeders van de hoogste geestelijke waardigheden (kardinalen, aartsbisschoppen en bisschoppen).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: