grootpraats
(de) brutale praatjes, grote mond, veel praats. Ik duld geen grootpraats van jou en laat dit de laatste keer zijn (Wan broedoe 26). Etym.: S bigitaki = id. (bigi = groot; taki spreken, het gesprokene.
J. van Donselaar (1936)
(de) brutale praatjes, grote mond, veel praats. Ik duld geen grootpraats van jou en laat dit de laatste keer zijn (Wan broedoe 26). Etym.: S bigitaki = id. (bigi = groot; taki spreken, het gesprokene.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: