grootjoekel
(1970) (sold.) majoor. Ter onderscheiding van de sergeant-majoor, die eveneens met 'majoor' werd aangesproken. • Tot slot enkele grepen uit het militair vocabulaire in het soldatenboek verzameld. Veel uitdrukkingen zijn nog in zwang, zodat ieder er zijn voordeel mee kan doen. Afpeigeren (vermoeien), spatjes hebben (praatjes hebben), dagdier (s...