Wat is de betekenis van Groot, jan de?

2025-07-24
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Groot, jan de

Geb. Den Haag. Was in 1752 leerling van Jacob de Wit in Amsterdam. Werkzaam in Den Haag (1753-1776), waar hij in 1753 leerling was bij het gilde (in hetzelfde jaar werd hij lid van ‘Pictura’). Schilder en portretgraveur, later boekdrukker. In 1804 werd te Amsterdam de nalatenschap verkocht van een kunstgraveur en kunstliefhebber van gel...

2025-07-24
Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

GROOT, JAN DE

gebooren te Vlissingen, in het Jaar 1650, is geplaatst onder de Nederlandsche Konstschilders. In zijne jeugd had hij tot meesters, A. VERDOEL, A. VAN OSTADEN en FRANS DE JONG: in meergevorderden ouderdom, verliet hij het penceel, en werd een Koffijkooper.HOUBRAKEN, II. Deel, bl 52;