Wat is de betekenis van Grondhout?

o. (-en), 1. (schrijnw.) ben. voor het hout van geringere hoedanigheid waar men liet fineer op bevestigt; 2. (gew.) balk op de bodem van een veestal, vóór het vee; 3. dwarsbalkje onder aan schutting-of hekpalen om deze vaster te doen staan.

Willem Adnanus; geb. Dinxperlo 16 februari 1878, overl. Den Haag 12 augustus 1934. Woonde en werkte in deze stad, maakte veel buitenlandse reizen, o.a. naar Londen, Parijs en Brussel. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag olv.J. J. Aarts en Fr. Jansen. Schilderde, tekende, etste en lithografeerde stadsgezichten en landschappen. Was lid van...

Grondhout - zie M. Heshusius.

is de zich voor op de stand van de Hollandse stal bevindende balk, die dient voor de bevestiging van de stalstaken aan de onderkant. Tegenwoordig wordt het g. vaak van beton gemaakt en dient het tevens als begrenzing van de voergoot. Soms ook wordt het g. weggelaten, wat een groot voordeel heeft. Door het g. treden nl. vaak kneuzingen op bij de die...

(‘gront) o. hout van geringere hoedanigheid, als grond waar het fineer op bevestigd wordt.

o. (-en), 1. ben. voor het hout van mindere kwaliteit waarop men het fineer bevestigt; 2. dwarsbalkje onder aan schuttingof hekpalen om deze vaster te doen staan.

GRONDHOUT, o. (schrijnw.) het hout van geringere hoedanigheid waar men het fineer op bevestigt; —, (-en), (gew.) balk op den bodem van een veestal, vóór het vee; — (zegsw.) (w. g.) hij zit aan het grondhout, hij is aan lagerwal.