grondheer
('gront) m. (...heren) Eert. bezitter van een allodiaal goed.
J.H. van Dale (1898)
GRONDHEER, m. (-en), (hist.) bezitter van een allodiaal goed en gebieder over de daarop gezetenen, landheer; — (scherts.) grondheer zijn, dood en begraven zijn. GRONDHEERLIJK, bn. aan een grondheer behoorende: het grondheerlijk goed was een staat in het klein. GRONDHEERLIJKHEID, v. (...heden), het gebied van een grondheer of het land waarop g...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: