Groentijd
m., (stud.) het tijdperk van het groenlopen, novitiaat.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
periode van ontgroening. periode van plagerijen waaraan pas aangekomen studenten door ouderejaars worden onderworpen bij wijze van toelating tot de groep; periode van ontgroening. Voorbeelden: Onder die honderden waren ook velen die zich wilden aanmelden als lid van het Amsterdamsch Studenten Corps, en dus een groentijd moesten onder...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (stud.) ontgroeningstijd. Tegenwoordig ook wel: co-tijd*. • Het vraagstuk" van den groentijd was reeds sinds eenige jaren een “brandend vraagstuk"; maar het vuurtje werd hoofdzakelijk door de tegenstanders gestookt. (G.W. Kernkamp: Studentenzeden. 1912) • Wie over den groentijd wil meepraten, dient deze practisch te heb...
Marc De Coster (2017)
Groentijd - ontgroeningsperiode. Fr. période de bizutage, bleusaille; Eng. freshmanship; Du. die Fuchszeit.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: