Wat is de betekenis van Groenlopen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groenlopen

(liep groen, heeft groengelopen), (stud.) groen (II) zijn, in het tijdperk van het novitiaat zijn.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

groenlopen

(19e eeuw) (stud.) aspirant-lid zijn van een studentencorps. Destijds ingevoerd door Jan Wap (1806-1880). • Hendrik de Veer had de theologie tot zijn studievak, en, zijne bloedverwanten medehelpende, Utrecht tot zijne hoogeschool gekozen. Hij werd er in September 1848 als student ingeschreven. Een nieuw vagevuur wachtte hem - de groentijd. &ls...

2025-07-27
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Groenlopen

Groenlopen - aspirant-lid zijn. Dit gebeurt onder toezicht van een groencie.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

groenlopen

liep groen, h. groengelopen (als „groen” lopen, bij een studentencorps).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

groenlopen

('groen) (liep groen, heeft groengelopen) Stud. als groen (III 2) lopen.

Gerelateerde zoekopdrachten