Grison
I. grijzend [haar); II. grijze kleur, grijskop; grauwtje [ezel); Canton des Grisons, Grauwbunderland.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. grijzend [haar); II. grijze kleur, grijskop; grauwtje [ezel); Canton des Grisons, Grauwbunderland.
Winkler Prins (1949)
(Galiciis), Z. Am. marterachtig roofdier, slank, met dikke kop, kleine oren, korte poten, klieren die een muskusachtig vocht afscheiden. (Paraguay).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Grison - Aem. Gabriel, titulair-bisschop van Salagassus, oud-apost. vicaris der Stanley-Falls (Belg. Kongo); * 1860 te St. Julien in Lotharingen (Frankrijk), 1883 priester gewijd, trad in de pas gestichte Congregatie der Priesters van het H. Hart te St. Quentin; behoorde tot de eerste missionarissen naar Ecuador uitgezonden (1888). In 1896 verdri...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-s), zoogdiersoort, behorend tot de →marterachtigen, die voorkomt in Middenen Zuid-Amerika.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: