Wat is de betekenis van Grippe, grippé?

2025-07-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Grippe, grippé

I. grippe: griep, influenza; afkeer; prendre qn. en grippe, een hekel aan iem. krijgen. II. grippé: grieperig, verkouden.