Greidboer
m. (-en), boer die greidland bezit of in pacht heeft, veehouder.
Meindert Schroor PhH (2016)
De boer uit de Greidhoek staat qua aanzien tussen de bouwboer en de woudboer. Hij is veehouder, heeft uitsluitend grasland en heeft zijn bestaan van melkvee. Werd eertijds neerbuigend bekeken door de bouwboer, die vond dat de greidboer niets anders deed dan melken en koeienstaarten tellen,
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
De boer uit de Greidhoek staat in tussen de bouwboer en de woudboer. Hij is grasboer. De bouwboer kijkt neer op wie ‘anders niet doen dan melken en koeiestaarten tellen’. Gedurende de hooioogst (ûngetiid), enkele weken in de zomer, heeft de G. het druk. ‘Hij slaapt dan hangend over een touw over de handersketten (stalscheidi...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: