Wat is de betekenis van Grasseeren?

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

grasseeren

grasseeren - woeden, heerschen (van ziekten)

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grasseeren

GRASSEEREN, (grasseerde, heeft gegrasseerd), zich allerwege verspreiden, woeden, heerschen (van ziekten en epidemieën): de koorts grasseert.

2025-07-24
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

grasseeren

grasseeren - ow. gel., de koorts grasseert (heerscht, woedt)

Gerelateerde zoekopdrachten