Grasperk
o. (-en), 1. met gras begroeid vak in een tuin, gazon ; ook grasveld in ’t alg. ; 2. (volkst.) grasperkje, kaal hoofd.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), 1. met gras begroeid vak in een tuin, gazon ; ook grasveld in ’t alg. ; 2. (volkst.) grasperkje, kaal hoofd.
Muiswerk Educatief (2017)
grasperk - zelfstandig naamwoord uitspraak: gras-perk 1. met gras begroeid vlak in een tuin ♢ het grasperk is omgeven door borders met planten Zelfstandig naamwoord: gras-perk het grasperk ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Grasperk - tuindeel, dat met gras is beplant of bezaaid. Bij goed onderhoud vormt het g. of gazon een veelzijdig bruikbaar en fraai motief voor tuinversiering. Een onkruidvrij en regelmatig kort geschoren g. vormt een rustig aandoend groen vlak, dat een verzorgden indruk maakt en het effect der bloemen en struiken verhoogt. In bijna alle tuinstijle...
J.H. van Dale (1898)
GRASPERK, o. (-en), een met gras begroeid vak in een tuin, gazon; (ook) grasveld; —SCHEERDER, m. (-s), werktuig waarmede een grasperk gelijkelijk wordt afgeschoren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: