Wat is de betekenis van Grasduiker?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grasduiker

m. (-s), 1. (Zuidn.) mensendrek; 2. soort van vogel, groenvink.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

grasduiker

(1984) (Vlaanderen, scheldw.) valsaard. • Valsaard. driekantige, figuurmaker, gatvent, grasduiker, judastronie, kleppekijker, kleploerder, kloddeman, linkaard, loerefas, looszak, lozerik, poepvent, muilentrekker, ruggeschijter, sluiper, smiekerd, smierus, smoeltrekker, totetrekker, tweezak. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)

Gerelateerde zoekopdrachten