Wat is de betekenis van grameel?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grameel

m., (Zuidn.) ironische glimlach.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grameel

m. gramelen (ir. glimlach).

Gerelateerde zoekopdrachten