Wat is de betekenis van Graisser?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Graisser

smeren, be-, insmeren, invetten; vet maken; graisser ses bottes, zich tot vertrekken gereedmaken; graisser la patte à qn., iem. omkopen.

Gerelateerde zoekopdrachten