Wat is de betekenis van Goos?

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

goos

(2008) (straattaal) gozer, kerel; vriend. • (Prisma miniwoordenboek. Drop je lyrics 3. 2008) • Goos – gozer. (Mounir Samuel: Je mag ook niets meer zeggen. Een nieuwe taal voor een nieuwe tijd. 2023)

2025-07-23
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Goos

Zie Gosse

2025-07-23
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Goos

m -> Gosse (Fri.).

2025-07-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Goos

Goos - (Abraham), Nederlandsch kartograaf en plaatsnijder, neef van Judocus Hondius, dien hij tevens zijn eersten leermeester noemt, woonde in de Kalverstraat te Amsterdam in ’t vergulde Caertboeck. In 1621 gaf Joh. Janssonius van hem een globe uit (Remarkable Maps I. 9), terwijl Cl. J. Visscher verschillende zijner kaarten, o. a. van de 17 provinc...