Wat is de betekenis van Gool?

2025-07-24
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Gool

Samengetrokken vleivorm van Godele. Vgl. Gooltgen = Goedeltje, Werkendam 1640 (Ned. L. 1963, 327, 328). Vgl. Duits Golo uit een Gott-naam, bijvoorbeeld Gottfried. Golo Mann, West-Duits historicus.

2025-07-24
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

Gool

(tn) Goirle TM.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gool

v. golen (Z.-N. gew. geul, goot).

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gool

v. (Zuidn.) geul, greppel, goot.