Wat is de betekenis van Godlof?

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Godlof

tw. (Gode zij lof en dank).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

godlof

tw. [God zij lof] uitroep van dankbaarheid: -, hij is gered!

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

godlof

tw., (eig. God zij lof!) uitroep van dankbaarheid: —!, hij is gered!

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Godlof

GODLOF, tw. (eigenl. God zij lof !) uitroep van dankbaarheid: Godlof hij is gered !

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten