God kastijdt wien Hij lief heeft
(Kastijdt), Hebr. 12: 6. Deze spreekwijze, van dezelfde beteekenis bij ons als in den Bijbel, is genomen uit Hebr. 12: 6, waar zij gebezigd wordt, ten einde de Joden-christenen tot geduldig dragen der hun aangedane kwellingen op te wekken.