Wat is de betekenis van goaltjesdief?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

goaltjesdief

(1958) (voetb.) topscorer; speler die onverwachte doelpunten maakt. Een vroeg voorbeeld was Ruud Geels. • Overigens doet het mij genoegen dat een „geestelijk bevrijde" Cor van der Gyp een „goaltjes-dief" bij uitstek is. Hij „steelt" ze bij - hopen, deze topscorer. (Het vrije volk, 27/10/1958) &bull...

2025-07-27
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Goaltjesdief

Goaltjesdief - topscorer.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Goaltjesdief

m. (-dieven), teamsporter met een groot instinct en een sterke wil om doelpunten te maken.

2025-07-27
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Goaltjesdief

voetballer met een sterk instinct voor het maken van doelpunten.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten