Wat is de betekenis van gnorel?

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gnorel

(Barg.) onbesnedene, christen.

2025-07-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

gnorel

onbesnedene; christen.

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gnorel

gnorel - m., (argot), onbesnedene, christen.

Gerelateerde zoekopdrachten