Wat is de betekenis van gluiperd?

2025-07-21
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

gluiperd

achterbaks persoon. iemand die achterbaks is; achterbaks persoon. Voorbeelden: Hoe was het mogelijk dat hij zoiets deed, deze rustige en vriendelijke man, hoe was het mogelijk dat hij zo'n lieve vrouw bedroog [...]. Ook al vond ze Claudio nu een 'viezerik' en een 'gluiperd', toch bezocht ze nog zijn restauran...

2025-07-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gluiperd

gluiperd - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) iemand die gluipt (slinkse streken uithaalt, vals is en/of huichelachtig kijkt) Woordherkomst Naamwoord van handeling van gluipen met het achtervoegsel -erd Synoniemen geniepigerd, huichelaar, gluiper, gluipzak, vals iemand

2025-07-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gluiperd

gluiperd - zelfstandig naamwoord uitspraak: glui-perd 1. iemand die stiekeme streken uithaalt ♢ de gluiperd heeft geld uit mijn portemonnee gehaald 2. iemand die zich beter voordoet dan hij is ...

2025-07-21
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gluiperd

s., glûper(t), loebes.

2025-07-21
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

gluiperd

gluiperd geleed woord Zie: gluipen