glide
1. glijden; glippen; zweven; 2. het glijden; 3. glij-, zweefvlucht; 4. glissando; 5. gram overgangsklank.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
1. glijden; glippen; zweven; 2. het glijden; 3. glij-, zweefvlucht; 4. glissando; 5. gram overgangsklank.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Glide - (Eng.), begin- of eindphase van een vocaal, die nog niet of niet meer de zuivere vocaal is, wijl de spraakorganen zich nog moeten zetten tot den vereischten mondstand of zich reeds prepareeren voor een vlg. klank, resp. ruststand. De drie phasen van een vocaal zijn nu bij geïsoleerd gebruik: initial glide (Hoogduitsch: Einsatz; Fr.: ca...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: