Wat is de betekenis van gleuvenrijder?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

gleuvenrijder

(1964) (ook: gleuffiesrijer) (Amsterdam) trambestuurder. Ook wel: gleuffiesrijer. • De trambestuurder deed zijn deuren open en riep: „Ga nou van die rails, slijmerd". Toen ontplofte de jongen eindelijk. Hij stak zijn hoofd naar buiten en schreeuwde: „Wie denk-ie wel dat je ben, vuile, stinkende gleuffiesrij...

Gerelateerde zoekopdrachten