Glaube(n)
geloof; Glauben schenken, geloof hechten; ich hin des Glaubens, 't is mijn overtuiging; auf Treu und Glaube, op goed geloof; in bösem Glaube, te kwader trouw; in gutem Glaube, guten Glaubens, in goed geloof, te goeder trouw.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
geloof; Glauben schenken, geloof hechten; ich hin des Glaubens, 't is mijn overtuiging; auf Treu und Glaube, op goed geloof; in bösem Glaube, te kwader trouw; in gutem Glaube, guten Glaubens, in goed geloof, te goeder trouw.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: