glastraan
m. (-tranen), druppel glas die plotseling in een vloeistof is afgekoeld en waarvan het mate- riaal in een toestand van spanning verkeert. (e) Glastranen kunnen een krachtige slag op het dikke deel verdragen zonder te breken. Verstoort men echter het innerlijk evenwicht, b.v. door afbreken van het dunne puntje, dan springen zij in gruis.