Wat is de betekenis van glarieogen?

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

glarieogen

Van pers.: met grote, glazige ogen kijken; staren; (zelden trans.) met glazige ogen zeggen of vragen. „Wat zijt ge op ’t tribunaal gaan doen?” glarieoogde de boer, BIJDEKERKE 1948, 145. Zij werd nu bang, dorst niet naar ’t zwarte venstergat opkijken, uit vrees in de donkerte een gruwelijk wezen te zien glarieogen, STREUVELS...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

glarieogen

glarieoogde, h. geglarieoogd (Z.-N. glazig, verwilderd staren).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

glarieogen

(glarieoogde, heeft geglarieoogd) met glazige ogen staren.

Gerelateerde zoekopdrachten