Wat is de betekenis van ging?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ging

ging - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van gaan ♢Ik ging ♢Jij ging ♢Hij, zij, het ging

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)