Wat is de betekenis van gigantisch?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

gigantisch

(1982) (bijw.) (inf.) ontzettend; ontzaglijk. • „Ik vind dat gigantisch slecht. Als elke specialist ƒ 45.000 inleverde, ongeveer de brutokosten van een beginnend verpleegkundige, en we voeren die operatie vandaag de dag uit, dan hebben we 6300 verpleegkundigen aan de bak," redeneerde hij simpelweg. (Leeuwarder courant, 31/03/1982)...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gigantisch

gigantisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. uizonderlijke groot Er kwam een gigantische vloedgolf die alles wegspoelde. Woordherkomst afgeleid van gigant met het achtervoegsel -isch Synoniemen enorm, geweldig

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gigantisch

gigantisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: gi-gan-ties 1. erg groot ♢ we kwamen bij een gigantisch gebouw Bijvoeglijk naamwoord: gi-gan-ties ... is gigantischer dan ... de/het giganti...

2025-07-27
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Gigantisch

Reusachtig. In de Griekse mythologie zijn de Giganten de reuzenzonen van Gaia, de Aarde, en Uranus, de Hemel. Dadelijk na hun geboorte begonnen de Giganten hun strijd tegen de Olympische goden. Met hulp van de goden gelukte het Heracles de Giganten te overwinnen, waarna ze onder de vulkanische eilanden begraven werden.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gigantisch

(gigantesk) reusachtig; ontzaglijk

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gigantisch

bn., bw. (reusachtig groot), (g = g).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gigantisch

bn. en bw. gigantesk.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gigantisch

bn. enbw., (ook: gigantesk), 1. als van giganten: een gigantische strijd; 2. reusachtig: gigantische kranen; een — denker.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

gigantisch

gigantisch geleed woord, leenwoord Zie: gigant