gieter
1) (19e eeuw) (Ned-Indië) euf. voor geslachtsziekte. • Ten slotte was er nog die trouwe kameraad van met name de Europese fuseliers: de syfilis. Tekenend zijn de vele bijnamen die voor geslachtsziekte werden gebruikt. Je had ‘een klapoor’, ‘een gieter’, ‘een lekke vinger’, ‘de vlekken&rs...