Wat is de betekenis van Gierput?

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gierput

Put of kolk tussen de stal en de gierkelder (z. Gierkolk). liet is in sommige streken ook wel de benaming voor de gierkelder zelf.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gierput

GIERPUT, m. (-ten), gierkuil.

2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Gierput

Gierput, m. (-en), put voor het water der mestvaalt.