Wat is de betekenis van Gheel?

2025-07-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gheel

Geel, gem. in België, 18 500 inw., krankzinnigenverzorging i/e gesticht en i/d gezinnen.

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gheel

Gheel - stad in de provincie Antwerpen, N.-België, aan den spoorweg van Antwerpen naar Roermond; 15.000 inw.; bekend om zijn kolonie van ± 2000 krankzinnigen, die hier volgens het Gheelsche systeem verpleegd worden. Tegen een vast tarief, door den staat vastgesteld, worden de lijders bij boeren uitbesteed, waar ze aan het familieleven deelnemen en...

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Gheel

Geel, gemeente in het arrondissement Turnhout der belgische provincie Antwerpen, aan de Groote Nethe, aan de spoorlijn Lier—Hérenthals—Duitsche grens, in 1900: 13.340 inw.; twee groote kerken in gotischen stijl; een daarvan is gewijd aan Ste Dymphna, een iersche prinses, hier door haar vader eigenhandig onthoofd, volgens een opsc...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gheel

GHEEL, o. dorp in de provincie Antwerpen, waar veel krankzinnigen verpleegd worden naar Gheel moeten, van Gheel komen, krankzinnig zijn.

2025-07-28
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Gheel

Luteus, flauus, fuluus, croceus, citrinus. Galbinus color Becan. dicitur. vulgà gialdus. ger. gal, gael: gal. iaulne: ital. giallo: ang. yellovve.