gezichtszenuw
twee bundels zenuwvezels van zintuigcellen in netvlies naar gezichtscentrum in grote hersenen, waarbij een deel van de ene zenuw een deel van de andere kruist (chiasma), waardoor stereoscopisch zien wordt bevorderd, ➝ rodopsine.
G. Th. van Kempen (1974)
twee bundels zenuwvezels van zintuigcellen in netvlies naar gezichtscentrum in grote hersenen, waarbij een deel van de ene zenuw een deel van de andere kruist (chiasma), waardoor stereoscopisch zien wordt bevorderd, ➝ rodopsine.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(gə'zichts) v. (-en) zenuw die van het gezichtsorgaan of het → oog naar de hersens gaat.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Gezichtszenuw - nervus opticus, de tweede hersenzenuw, die de lichtprikkels van het oog naar de hersenen geleidt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), nervus opticus, zenuw die van de oogbol naar de hersenen loopt. (e) De gezichtszenuw geleidt de lichtprikkels die het netvlies hebben getroffen naar de hersenen, waar zij enerzijds aanleiding geven tot bewuste gezichtsindrukken, anderzijds worden overgeschakeld op andere zenuwcellen, die bepaalde reflexen opwekken, b.v. vernauwing van...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: