Wat is de betekenis van Gevleesd?

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gevleesd

bn. (1 vlees hebbende zo, als uit de bepaling blijkt; goed in 7 vlees zittende; 2 in vleselijke gedaante): 1. een goed gevleesde duif; een gevleesde kip; 2. de gevleesde duivel. gevlekt; bn. (met vlekken): de gevleesde hyena.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gevleesd

('vleest) bn. 1. dusdanig vlees hebbend: sterk -. 2. goed in 't vlees zittend: een -e kip; een man; een gelaat. 3. in vleselijke gedaante: de -e duivel.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gevleesd

bn., 1. zulk of zoveel vlees hebbend als een bep. noemt: zijn gelaat was niet zeer —; een welgevleesd man; 2. goed in het vlees, mollig.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gevleesd

GEVLEESD, bn. vleesch hebbende zijn gelaat was niet zeer gevleesd, mager; een welgevleesd man; — (ook) welgedaan, dik en vet, mollig: eene frissche, gezonde, gevleesde meid; — zich in vleeschelijke gedaante vertoonende: de gevleesde duivel, de duivel in menschengedaante.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)