Gestolen wateren zijn zoet, verborgen brood is liefelijk.
Wateren, Spr. 9: 17. Zoo spreekt de ontuchtige vrouw volgens Spr. 9: 17 tot de voorbijgangers en wil den jongeling uitlokken om met haar verboden mingenot te smaken, dat juist liefelijk zal zijn dewijl het verboden is. In soortgelijke beteekenis wordt ook bij ons de uitdrukking gebruikt. Zie verboden vrucht.