Wat is de betekenis van Geschirr?

2025-07-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Geschirr

gerei; tuig, paardentuig; gereedschap; vaatwerk; servies; kamerpot; weefgetouw; den ganzen Tag im Geschirr sein liegen, de gehele dag in touw zijn.