Wat is de betekenis van gescheept?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gescheept

gescheept - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van schepen

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gescheept

bn. (ingeladen aan boord); het goed is gescheept.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gescheept

(gə’sche:pt) bn. in het schip geladen : de goederen zijn -. Tgst. ontscheept.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gescheept

GESCHEEPT, bn. aan boord gebracht, genomen de gescheepte goederen, de vracht die men scheep heeft.

2025-07-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Gescheept

b.n. of Ingescheept. - Wordt gezegd van de goederen die in ’t schip gebracht zijn: ook van de menschen. Spreekwijze: Met iemand gescheept zijn (met iemand verlegen zijn, iemand niet kwijt kunnen raken). Zoo zegt Hooft in zijn Geeraert van Velzen: Ik ben daer mee gescheept, daer ik mee over moet.