Wat is de betekenis van Gepikt?

(1967) (inf.) (in de uitdrukking 'zich gepikt voelen') benadeeld. • Een grote schare journalisten in Nieuwspoort, vooral de radiomensen, voelt zich gepikt als Biesheuvel eerst op het scherm komt. (Het Parool, 16/03/1967) • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974) • Sjaak Swart, weer present in Ajax 1...

gepikt - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van pikken

zich - voelen zich benadeeld voelen. Informele uitdr.

('pikt) bn. Gemz. alleen in de uitdrukking: van iemand zijn, wat verliefd zijn op die persoon.

Het begrip gepikt heeft 2 verschillende betekenissen: 1. gepikt - GEPIKT, bn. met pik ingesmeerd; (fig.) (w. g ) hij is gepikt en gedreven, hij is reisvaardig, klaar, uitgerust. 2. gepikt - GEPIKT, bn. (gemeenz.) van een meisje gepikt zijn, min of meer verliefd op haar zijn.