gepakt
gepakt - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van pakken
Walter De Clerck (1981)
In pred. gebr.: getroffen, bewogen, ontdaan, onder de indruk; hij was erg gepakt door de onverwachte dood van zijn vader. Afl.: gepaktheid, (w.g.) toestand van ontdaan te zijn, emotie (Bidoul stond recht met zijn mond wijd open, maar hij kon niks zeggen van de gepaktheid. Hij was zo wit geworden als krijt, CLAES 1960, 109).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: