Wat is de betekenis van gepakt?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gepakt

gepakt - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van pakken

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

gepakt

In pred. gebr.: getroffen, bewogen, ontdaan, onder de indruk; hij was erg gepakt door de onverwachte dood van zijn vader. Afl.: gepaktheid, (w.g.) toestand van ontdaan te zijn, emotie (Bidoul stond recht met zijn mond wijd open, maar hij kon niks zeggen van de gepaktheid. Hij was zo wit geworden als krijt, CLAES 1960, 109).

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gepakt

adj.;en gezakt, ôfladen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gepakt

(gə'pakt) bn. van een pak voorzien, alleen in de uitdrukking : - en gezakt, met pak en zak.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gepakt

bn., alleen in de verbinding — en gezakt, met pak en zak, klaar voor de reis.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)