Wat is de betekenis van geognost?

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geognost

m. -en (beoefenaar der geognosie: aardlagenkenner), (geo = geejoo).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geognost

('gnost) m. (-en) beoefenaar, kenner der → geognosie.

2025-07-25
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

geognost

geognost - m. (geognosten), beoefenaar der geognosie