Wat is de betekenis van Gemul?

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gemul

o. (Z.-N. stof).

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemul

GEMUL, o. (Zuidn.) puin, gruis, spaanders, krullen en andere afval, stof; — (gew.) veel gemul met iets hebben, veel beslommering, veel getob.