Wat is de betekenis van gemot?

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

gemot

(1743) (Barg.) gerecht; rechtbank. • Gerecht: Heele Gemot. (Nicolas Racot de Grandval: Nederduitsch en Bargoens woordenboek. 1743) • Gemot (het—)) de politie; het heele gemot, het gerecht. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van het Bargoensch) • Gemot, (barg.), politie; het heele gemot, het gere...

2025-07-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gemot

gemot - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van motten

2025-07-22
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gemot

o., (Barg.) gerecht, rechtbank.

2025-07-22
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gemot

gemot - o., (argot) gerecht, rechtbank.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gemot

GEMOT, o. (diev.) gerecht.